Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Saul en het [ganse] volk [11]verschoonde Agag, en de beste schapen, en runderen, en de [12]naast [beste], en [13]de lammeren, en al wat best was, en zij wilden ze niet verbannen; maar alle ding, dat verachtzaam, en dat [14]verdwijnende was, verbanden zij. 11. Dit had God verboden, vs.3. 12. Dat is, de middelmatige. Anders, de gemeste. 13. Anders, leiders van het vee. Anders, belhamels. 14. Hebreeuws, dat smolt; dat is, dat in zichzelven verging en als versmolt.